

ADB Zeeland heeft sinds 2012 een lhbti-project, waarin samen met Regenbooggemeenten Goes en Middelburg wordt gewerkt aan de acceptatie van Zeeuwse lhbti+ personen. Er is in het onderzoek dan ook specifiek gekeken naar ervaren discriminatie door Zeeuwse lhbti+ mensen. Uit het onderzoek is gebleken dat mensen die zich rekenen tot de lhbti+ gemeenschap vaker discriminatie ervaren dan niet-lhbti+ers.
23% van de lhbti+ respondenten is in het afgelopen jaar gediscrimineerd vanwege de seksuele voorkeur of genderidentiteit (tegenover 0% van de niet-lhbti+ -respondenten). 13% van de lhbti+ respondenten is in het afgelopen jaar gediscrimineerd vanwege kleding en/of uiterlijk. Bij niet-lhbti+-respondenten is dit voor 2% het geval. 12% van de lhbti+-respondenten is in het afgelopen jaar gediscrimineerd geweest vanwege handicap of chronische ziekte. Bij de niet-lhbti+-respondenten geldt dit voor 4%.
Uit het onderzoek is gebleken dat ervaren discriminatie vaker wordt gemeld dan in 2009. Zorgelijk blijft wel dat 80% van de Zeeuwen die discriminatie hebben ervaren, dit niet melden (tegenover 88% in 2009). Als belangrijkste reden voor het lage meldpercentage wordt genoemd dat melden niet helpt, en dat het tijd en moeite kost. Een respondent gaf bijvoorbeeld aan: “Het kost best wat tijd om het te melden, vaak weet je ook niet eens wie het zijn”. Respondenten gaven ook tips om de meldingsbereidheid te vergroten, zoals mensen anoniem laten melden en zorgen voor meer bekendheid van de meldpunten, bijvoorbeeld door mediacampagnes.
In het onderzoek is op gemeenteniveau gekeken naar de ervaren discriminatie. Hieruit is gebleken dat de inwoners van Tholen de meeste discriminatie ervaren. 32% van de Thoolse inwoners gaf aan in het afgelopen jaar discriminerend behandeld te zijn geweest. In de gemeente Borsele is de ervaren discriminatie het laagst: 87% van de respondenten uit Borsele gaf aan niet discriminerend behandeld te zijn in het afgelopen jaar.
- Dit is een bericht van WFM -